donderdag 8 september 2016

Chlorophytum Green Orange dl. 2

Jawel, een bloem!
Hoeraatje voor mijn Green Orange: hij heeft een bloem! En eigenlijk verdient hij een dubbele hoera want in de bloemen zitten. . . zaadjes. Daar heb ik al die tijd op gewacht. 

Zelfs kinderen weten het al: zaadjes kun je in de grond doen en dan komen er nieuwe plantjes! De klassieke Chlorophytum (groen-witte langwerpige bladeren) geeft vooral stekjes maar deze Chlorophytum plant zich vooral voort door zaadjes. 

Nergens kan ik vinden hoe dat dan moet met die zaadjes. Wanneer zijn ze goed om in de grond te zaaien? Moet ik ze eerst laten drogen of juist niet? De enige informatie die ik hierover heb gevonden is dat de zaadjes bij ongeveer 23 graden willen kiemen en groeien. Het is het experimenteren waard! 
verbrand blad


Maar eerst nog wat over de verzorging van deze plant. Let bij deze plant vooral op twee dingen: 
1) Zet hem niet in de volle zon; dan verbranden de bladeren (zie de foto hiernaast)
2) Geef de plant... voldoende water. 
Bij gebrek aan ruimte zet ik sommige planten weleens in de badkamer: genoeg licht, luchtvochtigheid en geen volle zon. Deze plant kon dat prima verdragen. 


Nu deze plant een bloem heeft, showt hij zich in de woonkamer. Overigens verwelkt de bloem niet zo snel. Persoonlijk vind ik het mooi om te zien dat de plant tot bloei is gekomen, maar de bloem zelf vind ik weinig sierwaarde hebben. De sierwaarde van deze plant zit echt in de prachtige combinatie van oranje stengels met groen blad. Overigens, de plant heeft nog geen oranje kleur wanneer het een jonge plant betreft. Ik heb gelezen dat deze plant pas na een jaar oranje kleurt. Wie weet ga ik het ook eens meemaken! 

Maar om een jonge plant te zien kleuren van wit naar oranje moeten toch echt eerst de zaadjes de grond in. Een knopje van de bloem heb ik eraf gehaald en laten drogen. Deze gaat de grond in. Ook haal ik een 'vers' knopje eraf en die zaadjes doe ik direct in de grond. Tot slot ga ik proberen te wachten tot de knopjes openspringen en het zaad op de grond valt. Dit zaad doe ik dan ook in een zaaibakje. (Foto's hiervan volgen uiteraard!)

Omdat de bloem niet goed zichtbaar was, heb ik deze plant opgeknapt: lelijke bladeren heb ik verwijderd en een scheut heb ik in een apart potje gedaan. Het kostte wat wrikken en trekken maar het is gelukt. En inmiddels doet de plant het nog steeds. Wat dit betreft is het dus een sterke plant die wel wat verdragen kan.

De plant heeft meerdere scheuten.
De scheut die ik apart heb gezet, doet het ook nog steeds. Wel begrijp ik waarom deze plant in de winkel verkocht wordt met drie a vier scheuten. Een scheut alleen is niet zo sierlijk om te zien doordat het dan weinig bladeren heeft en de plant niet 'vol' oogt.





Via deze blog heb ik laten zien hoe de Chlorophytum Green Orange bloemen kan geven en hoe het wortelgestel eruitziet. De theorie over de zaadjes heb ik beschreven en ik hoop van harte dat de volgende blog over de Chlorophytum Green Orange weer veel hoeraatjes bevat: allemaal zaadjes die zijn uitgekomen en uitgroeien tot een nieuwe plant..hoera!?


het wortelgestel

de enkele scheut van bovenaf

dinsdag 2 augustus 2016

Euphorbia of Wolfsmelkplant dl. 2

In april schreef ik een blog over het stekken van de Wolfsmelkplant. Nu in augustus wordt het hoog tijd voor een update. Hoe gaat het met de stekken?

De uitlopers zijn zichtbaar!
De verse stekken heb ik volgens de aangegeven werkwijze behandeld. De tips had ik van internet geplukt, maar het zijn niet mijn tips geworden... Binnen een mum van tijd verdroogden de stekken.

Aan drie kanten zijn de uitlopers zichtbaar. Hoe groot worden ze?
De stek die al geworteld was, heb ik afgesneden en weer in een pot gezet. Als observeren en kijken de zijscheuten laten groeien, dan waren de zijscheuten al heel erg groot geweest. Maar helaas, kijken doet niet groeien. Na een maand leek het, eindelijk, dat ik puntjes tussen de stekels zag. Of: 'is de wens de vader van de gedachte'?

Uiteindelijk ontwikkelt het stekje mooie, frisse zijscheutjes die nog groeien ook. Inmiddels staat de Euphorbia tussen andere cactussen. Deze plant blijf ik toch cactus noemen, ook al schijnt het een vetplant te zijn.

De grote Euphorbia die ik had, heb ik verkocht. De plant stond redelijk laag en was heel groot. Onze jongste moet nog met planten leren omgaan en ik vond het niet verantwoord om hem dat met deze plant in de buurt te leren. Van deze plant mocht ik, voordat hij het huis verliet, nog een stek afnemen en die stek heb ik weer gestekt volgens mijn eigen methode:

1) zijscheut afnemen
2) witte melk eraf deppen (het witte vocht is giftig!)
3) een dagje laten liggen
4) stek in de grond
5) aarde beetje vochtig houden
6) na ongeveer drie maanden de stek afsnijden en zonodig verpotten
7) het bovenste gedeelte heb ik weer als stek behandeld (niets weggooien en vooral lekker bezig blijven...)


De stek die ik in april in de grond heb gezet, heeft teveel zonlicht gehad en is lekker gebruind. Dat hoort niet, maar verder brengt het de stek geen schade toe (voor zover ik weet).
Nu maar hopen dat deze stek ook goed aanslaat en ik ben heel benieuwd wanneer ik de eerste stek 'plant' durf te noemen.... 
Alle cactussen heb ik van overal uit het huis gehaald en bij elkaar gezet op een houten plateau.

Tradescantia Zebrina

Stekjes van de Tradescantia Zebrina




Met zoveel stekjes voel ik me bijna een kweker. Het doet me denken aan zakken vol hortensiastekjes die ik vroeger in de kas van mijn vader mocht poten. Heerlijk werk was dat. 

Het leuke van stekken is dat het bij sommige planten noodzakelijk is: de ranken werden van deze plant te lang en dan is snoeien toch echt nodig. Bruikbaar plantmateriaal weggooien, nee, dat doet Tine niet. 

Overigens moest ik laatst wel stekken weggooien van het broertje of zusje van deze plant. De stekken waren goed aangeslagen maar er zat helaas luis in. Tegen luis spuiten is mogelijk, maar ik houd er niet van. Meestal is het lastig om de luis eronder te krijgen en waarschijnlijk is het milieuvriendelijker om het plantmateriaal weg te gooien dan om bestrijdingsmiddel te gebruiken. Al wil ik niet zeggen dat de bestrijdingsmiddel die wij in de winkel kopen, heel schadelijk is voor het millieu maar keuzes moet je hierin wel maken. 

Gelukkig is deze plant niet geplaagd door de luizen en kan ik aan de slag met het snoeien van de plant. Omdat dat veel stekjes oplevert, en mijn ruimte niet onbeperkt is, kies ik voor de kopstekjes. Een aantal stekjes laat ik in het water wortelen en een aantal stekjes laat ik buiten in een potje met grond wortelen / groeien. De kans op luis is volgens mij wel groter buiten maar ik wil eens kijken of het mogelijk is om deze stekjes buiten te laten opgroeien. Voor de verandering heb ik mijn potje stekpoeder weer eens gepakt en de stekjes daarin 'gedoopt' voordat ze de grond ingingen. 

Mijn uitdaging met deze plant is dat ik de ranken minder lang wil hebben. Ik heb te lange stukken steel naar mijn zin. Als je de plant in de winkel ziet, is de plant lekker compact: je ziet veel blaadjes maar bijna geen steel. Snoeien is natuurlijk een optie maar het is niet de bedoeling dat de uitlopers die door het snoeien gaan groeien, ook weer lange ranken worden. Genoeg te doen en... wordt vervolgd!


de moederplant

vrijdag 22 juli 2016

Paarse Fluweelplant

Een paarse fluweelplant. Als je door de winkel loopt, en je weet dat er een plant is die deze naam heeft, kun je zo aanwijzen welke plant dat moet zijn. 

De plant is prachtig paars op een groene ondergrond. De haartjes doen je aan fluweel denken en dan is naam 'Paarse Fluweelplant' snel gegeven. 

Overigens heeft de plant veel indirect zonlicht nodig om zo mooi paars te blijven. Ziedaar een uitdaging voor de plantenliefhebber! 

Een frisse combinatie: paars-wit.
Van een paarse plant word ik trouwens wel blij. De meeste planten zijn groen en anderen hebben kleur door hun mooie bloem. Deze is dieppaars van zichzelf en ik kwam tot de ontdekking dat paars eigenlijk best goed kleurt bij veel bloempotjes: wit, roze, donkergroen, oranje... Deze plant leent zich er uitstekend voor om eens te experimenteren met verschillende kleuren bloempotjes uit de voorraadkast bloempotjes. Je zult zien dat je verrassende effecten kunt creëren en dat oude bloempotje weer een nieuw elan kunt geven.

En als er weer volop Nederlandse Strelitzia's te krijgen zijn, ga ik zeker eens kijken hoe deze combineert met de Paarse Fluweelplant. De Strelitzia is namelijk oranje met een blauwpaarse punt. (Foto van een Strelitziabloem / Paradijsvogelbloem volgt als ik weer bij de betreffende kwekerij ben.)

Blijkbaar valt er eindeloos over een kleur van een plant te bloggen, maar nu het mooiste werk: het stekken. 

Plantje van bovenaf met de stekjes ernaast.
Kijkend naar het plantje heb ik gekozen voor de traditionele manier van stekken: Een scheutje afsnijden en vervolgens een kopstek maken en een lidstek. Wat ik lastiger vind bij deze plant is dat de blaadjes niet op dezelfde hoogte zitten. Ze verspringen ten opzichte van elkaar. Hup, op mijn gevoel het mes erin gezet en ik verwacht dat de stekjes het wel gaan doen. Ze staan nu op water zodat ik goed kan zien hoe ze gaan wortelen. 

Als ze geworteld zijn, gaan ze in een klein potje en na verloop van tijd haal ik de kop weer van het plantje zodat de plant meer scheuten gaat maken en tot een volledige plant kan uitgroeien. 

Eerlijkheidshalve moet ik zeggen dat niet veel planten bij mij zijn groot geworden. Als ik zie dat een plant het doet, gaan ze de deur weer uit. De ruimte in en om het huis staat mij niet toe alle planten groot te laten worden. Het voordeel van kleine plantjes is dat je ernaar kunt kijken en dat ze niet teveel ruimte innemen. Hopelijk groeit deze paarse dus niet te snel.

zaterdag 16 juli 2016

Plantjes in zomerse sferen

Als de zon maar niet schijnen gaat, halen wij de zomer in huis. Een zonnebloem bestaat wel, maar is geen plant om in huis te halen. Toch kunnen we ook zonder de zon de zomer naar binnen halen. Natuurlijk: dan creëren we een strandsfeertje in huis.

In de zomer wordt vaak gewerkt met schelpenzand. (Zelf heb ik een enorme zak staan dus als je een beetje nodig hebt....) Schelpen mogen daarbij niet ontbreken en dan kan het eigenlijk niet meer missen: strand in zicht!

Voor dit arrangementje heb ik eerst eens in mijn voorraad gekeken: het roze onderschaaltje heb ik al een poosje ongebruikt in een doos staan en de potjes heb ik ooit eens op een woondecoratiebeurs gekocht. 

Als planten heb ik niet gekozen voor vetplanten maar voor een combinatie van verschillende plantjes. De spathiphyllium gebruik ik graag omdat de plant bloeit en wat de hoogte in gaat. Bovendien is de combinatie wit met groen een mooie, frisse combinatie. Een wit potje eronder en het eerste plantje is gekozen. 
Niet eerder heb ik een pannenkoekplantje in een arrangementje gebruikt en dat wilde ik nu eens uitproberen. Als laatste kies ik een plantje dat over het potje hangt zodat er op meerdere 'lagen' iets te zien is. 
Even kijken of de potjes met plantjes matchen, schelpenzand eromheen en naar eigen smaak nog wat schelpjes in dezelfde kleurcombinaties. 

Tot slot laat ik het geheel nog even staan en kijk ik er in het voorbijgaan naar en een paar keer kijk ik er bewust vanaf een afstandje naar. Zo kan ik zien of echt alles naar mijn zin is en dan... klaar! 

En nu maar hopen dat de zomer buiten ook niet meer op zich laat wachten. Dan kunnen we weer naar het strand om schelpen te zoeken. 

P.s. het kleine, hangende plantje heb ik nog niet in mijn collectie en dus heb ik daar een stekje van genomen zodat ik het hopelijk ook zelf kan laten opgroeien. Wordt vast vervolgd!

donderdag 30 juni 2016

Pepermunt

Heerlijk! Eerlijke, biologische thee uit eigen tuin. Het is niet veel meer werk dan thee van een theezakje trekken. Je plukt verse munttakjes (officieel de blaadjes), spoelt deze af en doet ze vervolgens in een glas. Vervolgens giet je er gekookt water over en... even wachten ... klaar is de thee! De bladeren kunnen weer op de composthoop en je hebt thee gezet met minimale belasting van het milieu.

Onze Muntplant
Deze munt is de zgn. 'Pepermunt'. Net als een pepermuntje geeft deze thee een frisse nasmaak. Niet alleen de smaak is die van pepermunt, maar ook de geur. In de tuin kun je van een afstandje ruiken waar de Pepermunt groeit. Overigens is het snoepje volgens wikipedia gemaakt van de olie uit deze plant. Wellicht ligt hier een volgende uitdaging...

Voor de thee met munt uit eigen tuin gezet kan worden, moet er eerst een Muntplant groeien in de tuin. Planten kun je kopen maar zelf kweken geeft meer voldoening.


Hoe gaan we te werk? 
1) Neem een takje munt.
4 stekjes
2) Snij onder het kopje, vlak boven de volgende bladeren de steel door. Je hebt nu een zgn. kopstekje.
3) Snij vervolgens weer boven het volgende duoblad het steeltje door. Je hebt nu een lidstekje. Als het steeltje erg lang is, is het verstandig deze iets korter te maken. 
4) Kortwiek/ halveer de bladeren als het blad groot is. Dit komt de wortelvorming ten goede. 
5) Zet de stekjes op water. 
6) Ververs het water af en toe. 
7) Als je flinke wortels ziet, poot je het stekje in een potje. 
8) Verpot de plant wanneer het potje te klein wordt, dwz wanneer de wortels geen ruimte meer hebben om verder te groeien. 
9) Het plantje kan in de tuin, maar de kans is groot dat het dan uiteindelijk de benaming 'onkruid' krijgt. Zet het dus liever in een grote pot. 
10) Even laten groeien en... oogsten maar! 


In de winter steft de plant af om in het voorjaar weer vanzelf op te komen. Dan kun je weer gaan stekken of oogsten of een deel van de plant nemen en deze met wortel en al in een andere pot zetten.

Olvaritpotje vol stekjes.
van stekje naar Muntplantje

zaterdag 4 juni 2016

Lepismium Bolivianum

Een paar jaar geleden kreeg ik in een bloemenwinkel in Lopik een stekje van de Lepismium Bolivianum. Deze plant gaat ook wel door voor Rhipsalis bolivianum.

Het stekje was eigenlijk een blad van deze plant waar toen al wortels aanzaten. Thuis is het stekje in een potje gegaan. Een poosje is het stekje 'verwaarloosd' dat wil zeggen: het kreeg maar af en toe water. Het was mijn eer te na om het plantje in een klein potje dood te laten gaan dus kreeg het een hangpotje om in te groeien. De pot hing voor het raam en ... wat is het een prachtige plant geworden. Het stekje kreeg uitlopers en die groeien alsmaar omlaag. Prachtig. Een hangplant met lange, smalle bladeren. Dit voorjaar kregen de bladeren mooie lichtgroene punten; een goed teken want het is een teken van groei! Yes! 

Het hangpotje ging scheef hangen omdat de stek aan een kant hangt en dus hing al het gewicht aan een kant. Tijd om weer met deze plant aan de slag te gaan.

De plant heeft een grotere pot gekregen. Vervolgens heb ik de verschillende uitlopers van de plant van bovenaf verdeeld over de pot. Nu hoop ik dat de uitlopers / bladeren die over de pot verdeeld zijn ook weer uitlopers krijgen en dat het zo een plant wordt met over de hele pot van die prachtige lang bladeren. 

Het kan niet missen: van deze plant heb ik weer stekjes genomen. Het snijden van een stekje moet met een heel scherp mes want anders blijft er een stukje van de verdikking (midden van het blad) op de plant en het stekje heeft dit wel nodig om te wortelen.
Een stekje heb ik zo'n drie weken geleden in mijn kweekbak gezet en heeft nu al wortels. De rest van de stekjes zet ik in de hangpot in de hoop dat zij uiteindelijk samen een mooie, evenwichtige plant gaan vormen. Ter variatie heb ik een lange scheut, blad genomen om te kijken of die anders groeit dan de kortere scheuten. Met deze lange stek is het een uitdaging om deze in het potje te houden omdat hij zich nog niet vastgezet heeft in de grond. We gaan zien of het lukt.

Stek net van de plant en een stek die geworteld is.